Waarom is beoordelen zo moeilijk?

beoordelen is moeilijk

Stel, je hebt je leerlingen een superleuke taak gegeven waarin ze kennis uit je les integreren en bewerken (bijvoorbeeld, een opiniestuk schrijven over orgaandonatie). De deadline nadert, de taken sijpelen binnen en jij gaat aan het beoordelen. Taak 1: inhoudelijk sterk, goed geschreven en niet al te veel taalfouten. Je beslissing? Een 9! Taak 2: vlotte schrijfstijl, net wat taalfouten, maar wat een rake argumentatie! Beslissing? De twijfel slaat toe. Geven die taalfouten de doorslag en geef je een 8? Maar die argumentatie was toch echt sterker dan in taak 1 en die had al een 9… Herkenbaar? Deze blog zet even op een rijtje waarom dat beoordelen toch vaak zo moeilijk is.

Beoordelen is vooral moeilijk wanneer het om open en generieke taken gaat. Gesloten vragen, invulvragen of multiple choice vragen veroorzaken meestal niet dezelfde twijfels. Zulke vragen zijn eerder gericht op reproductie van kennis dan op het tonen van competenties. Ga je dan toch open taken beoordelen, dan bots je vaak op de volgende moeilijkheden:

1. Je kent de variatie aan scores wel, maar die in kwaliteit niet

Een oordeel is steeds een persoonlijke indruk van kwaliteit. Net omdat er een hele variatie aan scores mogelijk is en ook een hele variatie in kwaliteit. En je kan dan wel alle mogelijke scores bedenken, je hebt geen zicht op alle mogelijke variaties in kwaliteit. Dus tast je helemaal in het duister over welke score bij welke kwaliteit hoort. En dat is natuurlijk moeilijk.

2. Je beoordeelt anders dan collega’s

Doordat beoordelen om een persoonlijke indruk gaat, is die indruk natuurlijk verschillend tussen verschillende mensen met verschillende persoonlijkheden. Misschien ben je veel strenger dan je collega, of hecht je net waarde aan andere aspecten in die open taken. Je wéét dat die verschillen er zijn, en dat maakt je onzeker.

3. Je oordeel hangt af van het moment

Want wees nu eerlijk, na een lekker tussendoortje ben je waarschijnlijk toch wat milder dan met een groot hongergevoel, niet? Of na een ochtend lekker uitslapen en relaxen ten opzichte van een avond na een drukke werkdag? Ook tussen momenten verschillen beoordelingen. Ergens weten we dat wel. En dat is geen fijn gevoel.

4. En ook de andere taken doen ertoe!

En alsof dat ons allemaal nog niet onzeker genoeg maakt, doet ook de taakvolgorde ertoe. Als je eerst een heel knappe taak gelezen hebt, kunnen de taken die daarop volgen misschien minder aan je (hogere) verwachtingen voldoen. En omgekeerd. Was de eerste taak écht wel voor verbetering vatbaar, ben je misschien wat milder voor de daarop volgende taken. Dus kijk je terug en vooruit, pas je oordelen aan, en begin je vooral – wéér – te twijfelen.

Dat beoordelen moeilijk is, daar zijn we het ondertussen over eens. Gelukkig leert onderzoek ons wat de oorzaak daarvan is. En dan blijkt dat we heel vaak niet op een manier beoordelen die goed aansluit bij hoe ons brein werkt. Vergelijk het met een paar schoenen kopen. Ben jij ooit een schoenwinkel binnen gestapt met een lijstje om verschillende aspecten van schoenen te scoren? Net wat ik dacht. Wat we eerder doen, is schoenparen met elkaar vergelijken of ze vergelijken met een ideaalbeeld in je hoofd. Het gaat net zo met het beoordelen van die open taken. Dat is veel makkelijker als je ze met elkaar vergelijkt. Net daarom is comparatief beoordelen zo’n leuke methode. Ze maakt je beoordelingen eenvoudiger, en daardoor ook meer betrouwbaar en valide.

Meer weten over comparatief beoordelen? Stuur ons een mailtje of vraag een workshop aan!

Share this